Tibet

21 okt 2010 tm 27 okt 2010

 
Tibet... dak van de wereld!
 
Het land dat officieel geen land genoemd mag worden, maar een provincie van China. Wij doen het wel, wij noemen Tibet een land. We weten er te weinig van om voorop te gaan in de discussie over China en Tibet, maar we weten genoeg dat wij geen fan zijn van China. Wij zijn pro-Tibet zoals ze dat dan noemen. Free Tibet!! Wij gunnen de Tibetanen hun eigen land dat ze ooit bezaten. Tibet is een ingewikkeld land om te begrijpen, met hun boeddhistische rituelen, met de rol van de Dalai Lama, de rol van de Panchen Lama, met de Chinezen die het land controleren. Wij reizen ook weer naar Tibet met hetzelfde gevoel als dat we door India hebben gereisd. Wij gaan dit niet begrijpen, we kunnen alleen begrijpen wat we zien en de achterliggende rituelen laten we voor wat het is.

In India zien we mensen zich baden in zeer vervuild water. In Nepal zien we Hindoes die niet naar de tandarts gaan, maar offers brengen voor hun tandengod. We zien wat we zien, en daar houden we het bij. We zijn erg benieuwd wat we in Tibet gaan aantreffen. We vliegen van Kathmandu in Nepal naar Lhasa in Tibet.Tenminste dat werd door Bharat zo geregeld.

Vliegen

Het begon goed, we werden door Bharat afgezet bij de kleine luchthaven van Kathmandu. De tickets had hij geregeld, dus we konden in rij 1 gaan staan. Rij 1 was de deur naar de luchthaven. Niemand zonder ticket mag de luchthaven op. Rij 2 was door de paspoortcontrole. Rij 3 was om de tassen te laten checken op verboden middelen en rij 4 was om in het vliegtuig te komen. Na gemiddeld 3 kwartier in iedere rij te hebben doorgebracht zitten we eindelijk in ons vliegtuigje van Asia Air. Een klein kwartiertje later dan gepland begint het boarden van het vliegtuig. Nog niet heel veel aan de hand, ware het niet dat de piloot na een half uur in het vliegtuig gezeten te hebben ons meldt dat er ze nog wachten op de passagierslijst. Het duurt daarna nog een klein uurtje en dan zien we wat er aan de hand is. Een rij met 4 limo’s komt de luchthaven oprijden onder begeleiding van politie stoppen ze naast het vliegtuig. Een zoware VIP vertraagd ons toestel waardoor we nog niet in de lucht zitten. Later begrijpen we dat het de Vice President van Nepal is en dat hij onderweg is naar een conferentie in Chendu, een plaats in China. De vlucht zou anderhalf uur duren, maar in dit anderhalf uurtje komt de piloot met een mededeling dat we niet kunnen landen in Lhasa vanwege het slechte weer maar dat we moeten doorvliegen naar Chendu. Dit leidt tot 2 reacties in het vliegtuig. Een groep Nepalezen, die ogenschijnlijk de posse is van de Vice president, juicht en is tevreden, een groep touristen, waaronder wij, zijn iets minder gelukkig. Wij zullen vandaag niet meer in Lhasa terecht komen en dat is balen, want een dag Tibet gaat nu verloren terwijl we maar een weekje hadden ingepland. Na in totaal 3 uur vliegen landen we in Chendu en de president wordt onthaald met bloemen. De posse van de VIP stapt vrolijk uit op weg naar de bagagebanden. Inmiddels wordt het vermoeden wel duidelijk dat we nooit in Lhasa zouden landen en dat we door de plannen van de VIP in een andere stad terecht gekomen zijn. Wij blijven maar even zitten in afwachting op instructies van de stewardessen. Wij willen graag weten hoe we nu in Lhasa komen. Samen met een groep Russen, Amerikanen en Engelsen zullen we het vliegtuig niet verlaten in afwachting van een concreet plan van Asia Air om ons in Lhasa te krijgen. Een Russische vrouw neemt de leiding in een discussie met iemand van Aisa Air en de rest wacht geduldig af. Na 2 uur in het vliegtuig te hebben afgewacht zijn ze er eindelijk uit. We zullen een hotelovernachting krijgen en een diner en we zullen de volgende dag vroeg alsnog naar Lhasa gevlogen worden. We stappen dan maar tevreden het vliegtuig uit. Buiten staan er twee bussen ons op te wachten, die ons via een chinese Van der Valk Buffettafel, afzetten bij een hotel, waar we een klein nachtje mogen slapen om de volgende dag om 4 uur ‘s ochtends weer klaar te staan om naar Lhasa te vliegen. De volgende ochtend vliegen we zonder problemen alsnog naar Lhasa en kan het Tibet avontuur iets vertraagd beginnen.
 
In Lhasa hebben bij het uitstappen gelijk last van de ijle lucht. We zitten hier op 2800 meter en dat is te merken. We missen nu onze acclimatiseerdag in Lhasa om aan de hoogte te wennen, dus we zullen even door moeten zetten. We moeten nog even terug denken aan de tijd toen we nog rookten en de trap naar ons stulpje in Bussum moesten trotseren. In Lhasa worden we opgewacht door iemand van het reisbureau die ons naar ons hotel gaat brengen. Tezamen met een Engels stel dat in hetzelfde vliegtuig zat worden we door het berglandschap van Tibet geleid. Aangekomen bij ons hotel maken we kennis met Ngawang, onze gids voor de komende dagen, en met onze chauffeur, waar we de hele trip geen woord gewisseld mee krijgen anders dan het wisselen van enkele glimlachen. Non verbale communicatie is ook communicatie.
 
Lhasa
 
Na een uurtje of wat rusten, gaan we met Ngawang Lhasa verkennen. De warme kleren die we in Nepal hebben gekocht komen goed van pas. Alleen in de zon is het goed vertoeven zonder jas. Ons hotel zit in de moslimwijk van Lhasa. Tussen de keppeltjes door lopen we naar het centrale plein van Lhasa. Onderweg worden we opgeslokt door een menigte van Tibetanen die een wijd rondje lopen om de Jokhang tempel. De Jokhang tempel is een van de meest heilige plaatsen voor de Tibetaanse boeddhisten. We zien ook mensen die op handen en knieën het rondje om de tempel maken. Het geeft een raar gevoel om er tussen te lopen. altTypische Tibetaanse vrouwtjes en mannetjes die met hun rozenkrans of gebedsmolen met de klok mee om de tempel lopen. Chineze militairen van hooguit 19 jaar, die al schuilend voor de zon onder een partytent van coca-cola de wacht houden en af en toe Tibetanen om hun iidentiteitsbewijsvragen. Wij lopen een eindje met de Tibetanen mee en komen uit bij de ingang van de tempel. Onderweg ervaren we hoe het is om apart te zijn. Tibetanen uit de hele regio komen hierheen en af en toe merk je dat wij de eerste blanken zijn die ze zien. Wij nemen de Tibetanen met de zelfde verbazing in ons op als de Tibetanen ons bekijken. Alleen wij wijzen iets minder uitbundig, of tikken mekaar iets minder aan. Bij de ingang van de Jokhang tempel heeft een hele lange rij van Tibetanen zich verzameld en wij gaan even kijken waarom ze in deze rij gaan. Wij mogen met onze gids voordringen, aangezien wij alleen komen loeren en niet respect betuigen voor de boeddhistische beelden. Binnen zien we waar het de Tibetanen om bedoeld is. Hier staat een van meest heilige beelden uit het Tibetaanse boeddhisme, een gouden beeld van Boeddha Sakyamuni, wiens levensverhaal een inspiratiebron is voor vele boeddhisten. De Tibetanen brengen offers in de vorm van jakvet wat doorgaat voor kaarsvet of geld. Wij aanschouwen dit spektakel en lopen als toeristen door de tempel. Vanaf het dak van de Jokhang kunnen we goed over de stad kijken. Beneden op het plein zien we diverse Tibetanen heen en weer knielen voor de tempel, we zien in de verte Potala Palace, waar we later heen zullen gaan, en we kunnen verder kijken hoe Lhasa prachtig tussen de bergen ligt.
 
De eerste kennismaking met Lhasa zit erop en het was een indrukwekkend schouwspel. De mensen ogen vriendelijk en ze stralen wilskracht uit, die ze nodig hebben om met de Chineze overheersing om te gaan. Onze volgende sightseeing met Ngawang is een klooster waar ze er een aantal van hebben in Lhasa. We bezoeken allereerst de Drepung klooster. Een klooster waar voorheen 10.000 monniken zaten, maar nu onder Chinees regime worden er maar een paar honderd toegelaten. Het is een mooi klooster, dat er typisch Tibetaans uitziet. De kloosters zijn veelal wit met rood en hebben een redelijk karakteristiek uiterlijk. De witte vertrekken zijn om te leven en de rode zijn om religie uit te oefenen. We dwalen wat door het klooster en we zien de verschillende vertrekken voorbij komen. Ieder vertrekje zijn nut en ieder tempeltje zijn beeld. Na Drepung gaan we naar het paleis van de Dalai Lama Potala Palace. Hier is momenteel geen Dalai te bekkenen, met dank aan de Chinezen, maar het Paleis heeft diverse Dalais gehuisvest. Het is een schitterend gebouw en de Chinezen hebben het paleis een centrale plek gegeven. De huizen eromheen zijn platgewalst en er ligt een groot plein met een oorlogsmonument voor en een groot televisiescherm. Plus natuurlijk een brede Chineze laan ervoor. Het Potala Palace ligt er mooi bij op de berg, maar om de echte Tibetaanse charme te ervaren gaan we naar binnen. We delen een gids met onze Italiaanse vrienden die we nog kennen van ons Air China verhaal in de tweede alinea. De gids moet ons binnen een uurtje door het paleis leiden, want anders krijgt hij straf en moet hij per minuut bij betalen. Dat is een Chinees trucje. We hollen door het gebouw achter de gids aan en we zien de vertrekken waar de verschillende Dalais gewoond hebben. We genieten van het schitterende uitzicht op Lhasa en vervolgen hierna onze weg naar het Sera klooster. In het Sera klooster gaan we kijken hoe de monniken met elkaar een debat aangaan. Ze verzamelen zich bij de bomen en aanschouwd door de toeristen gaan ze in debat. Ze klappen wat in hun handen en schreeuwen wat om aan te geven of ze het er mee eens of oneens zijn en we maken wat foto’s. Na Lhasa te hebben ervaren gaan we ‘s morgens vroeg op pad naar onze volgende bestemming.
 
Gyantse
 
We rijden in onze jeep naar Gyantse en in onze itenerary, wat op zich een best lastig engels woord kan zijn, staat: “A scenic Drive”. Dat klopt ook wel. Onze eerste tussenstop is het Yamadroke lake. Een heilig meer voor de Tibetanen en we genieten van dit schitterend meer, dat zo schitterend blauw oogt, dat de ogen schitterend moeten wennen aan deze schitterende kleur. Echt schitterend dat het is. We blijven nog genieten van dit mooie plaatje op ons netvlies alvorens we verder rijden langs het meer. Het meer is best groot en we besteden een aardig uurtje of wat om er omheen te rijden.
 
alt
 
Onderweg hebben we ook weer een schitterend uitzicht over de bergen en we zien al wat hoge bergtoppen verschijnen. Onderweg komen we langs hoge passen die fleurig versierd zijn met Tibetaanse vlaggetjes. De hoogste van vandaag is Kharola van 5000 meter. Deze pas geeft uitzicht op de Kharola Gletsjer. Het beloofde een scenic drive te worden en dat was het ook. De folder heeft niet gelogen.
 
Aangekomen in Gyantse maken we kennis met een standaard middelgrote stad. Die kenmerkt zich een oud gedeelte waar de huisjes nog redelijk staan en een nieuw gedeelte, waar er brede lanen zijn. Straten op elkaar lijken en alles is ingericht met winkeltjes en restaurantjes. Alles volgens Chinees concept. Gyantse is een leuk stadje om door te lopen en de mensen een beetje bezig te zien. Inmiddels moeten we iedere dag steeds meer wennen aan de kou en de hoogte van Tibet. Wij hebben gelukkig maar weinig last van de hoogte en de hoogteziekte, waar we door iedereen voor gewaarschuwd worden. We mogen heerlijke knoflooksoep eten en we mogen lekker veel rusten. Twee dingen waar waar we geen problemen mee hebben. In Gyantse bezoeken we de Kumbum Stupa. De stupa is de leukste die we gaan zien in Azie. De stupa heeft een aantal verdiepingen en in ieder hoekje is een kamertje en daarin staat een beeld van een god uit het Boeddhistme. We bezoeken er een aantal en boven aangekomen hebben we een leuk uitzicht over Gyantse. Het ligt er rustiek bij. Stadje tussen de bergen. Besneeuwde bergtoppen. Strakblauwe lucht. Een plaatje om even bij weg te dromen.
 
Droom......
 
Shygatse
 
Het volgende stadje is Shygatse. Na weer een scenic drive en een stop bij een maal apparaat die meel produceert met de aandrijving van water, komen we aan bij het stadje. Helaas is er geen stroom in Shygatse te bekennen en we moeten bij kaarslicht onze tanden poetsen. Best romantisch. Het vervelende is alleen dat onze sleutel een moderne pas is en de computer kan de sleutel niet activeren. Het personeel is vaak nergens te bekennen en als we dan de kamer binnen willen moeten we soms eventjes wachten. In Shygatse bezoeken we Tahshi Thun Po. Dit klooster is het huis van de Panchen Lama. Deze figuur is eigenlijk de leraar van de gelovigen om deze naar de verlichting te leiden. Het is een mooi klooster in de weer herkenbare Tibetaanse stijl. In het klooster staan weer diverse beelden, waaronder een heel hoog bronzen beeld van 27 meter. We mogen wat dwalen over het terrein en nadat we een ruimte uitlopen komen we erachter dat we eigenlijk 8,5 euro hadden moeten betalen om foto’s te maken. Oeps. Maar ja..het is ook wel een beetje veel wat ze ervoor vragen. We waren het wel redelijk gewend in de kloosters in Tibet. Ze vragen vaak een bedrag om te mogen te fotograferen, op zich prima, hebben de monniken ook wat inkomsten. Maar 8,5 euro is wel een beetje veel van het goede. Ons kharma is niet geheel onbeschadigd, want alle fotos die we in die ruimte gemaakt hebben zien er niet echt mooi uit.
 
In Shygatse zoeken we een leuk plekje om te eten, maar door de electrischiteitsstoring zijn er maar weinig plekken waar normaal licht brand. Overal staan de generatoren diesel te roken om de lichtjes brandend te houden. We proberen restaurantje 1, maar als we daar de kaart bestuderen en we ieder lichaamsdeel van de Yak, de lokale koe die hier veel voorkomt, op de kaart tegen komen gaan we maar even kijken bij restaurantje 2. Hier hebben we vanmiddag gelunched en er stonden lekkere dingen op de kaart hebben we gezien. We hebben ook gemerkt dat wat op de kaart omschreven staat ook wel redelijk als ingredient gebruikt wordt in wat uiteindelijk op je bord ligt, maar de smaak die er van verwacht werd bij het lezen van het gerecht is niet de smaak die het achterlaat bij het kauwen ervan. De Yak pizza, bevat 3 stukje yakvlees op een bedje van tomatensaus, die weer op een bedje ligt van soppig deeg. Ach, we zijn op reis om ook culinaire ervaringen op te doen en dit was er weer eentje.
 
Tingri
 
Vandaag gaat het gebeuren. We gaan het met eigen ogen ogen aanschouwen. Vaak gezien in de films en vaak interviews gezien over mensen die Hem beklommen hebben of gestrand zijn. Veel verhalen zijn erover geschreven, hij is uniek, hij is de hoogste, hij is de indrukwekkendste, het is de Mount Everest. We gaan vroeg op pad, want we hebben een lange rit door het berglandschap voor de boeg. Tegen zeven uur in de ochtend zien we hem voor het eerst, hij ligt nog op een mooi afstandje maar hij ligt er mooi bij. Vanaf dit uitkijkpunt hebben we zicht op drie grote bergen. Met de grootste van de gehele wereld in het midden. We zijn blij als kleine kinderen die na 2 uur stil te hebben gezeten eindelijk hun beloofde lolly mogen. We schieten duizenden fotos en we springen op en neer. “Kom op!, snel weer in de auto!!, we gaan nog dichterbij!!!”
 
alt
 
Om dichterbij te komen, gaan we helaas het schitterende Chinese asfalt verlaten en gaan we iets woesterder terrein tegemoet. We rijden door de bergen en die kenmerken zich natuurlijk door slingerweggetjes en steile afdalingen en diepe ravijnen. Maar het is het waard. We passeren wat Chinese afzettingen en we rijden gestaag door. Na een uurtje of wat zijn toch waar we willen zijn. Everest Base Camp. Op een kleine 5200 meter staan we te loeren naar het hoogste puntje van het dak van de wereld. We waaien bijna af van het uitkijkbergje dat ervoor ligt. We zijn buiten adem na een stap zetten door de ijle lucht, maar we genieten van het aanschouwen van deze berg. We blijven even kijken naar de berg en eigenlijk lijkt de berg niet zo hoog. Maar ja..als je al op 5200 meter hoog staat lijkt alles klein. Moet toch makkelijk zijn deze omhoog te lopen? Misschien een volgende keer.
 
We moeten onze weg weer vervolgen, want we moeten naar Tingri. Dit zal onze laatste rustplaats zijn in Tibet. We stappen weer in onze Jeep en verlaten de Base Camp. Onderweg naar beneden stoppen nog even bij een Yak die aan de kant van de weg aan het grazen is. We hebben nog niet eens een foto van de Yak op het gevoelige sd-kaartje vastgelegd. Dat kan natuurlijk niet. Dat is hetzelfde als voor het eerst naar Nieuw Scheemda gaan en niet even over het Hoogholtje hebben gereden met de auto. We leren ook gelijk van de gids dat het eigenlijk geen echte Yak is maar meer een soort van iets wat er op lijkt. De echte Yak is bijna uitgestorven. Anyhu..wij hebben foto een Yak geschoten. We slaan linksaf en hobbelen over de meest hobbelige weg die we gaan tegenkomen naar Tingri. Hier kunnen de veringen van de Jeep niet tegen meedansen. Koos word misselijk en moet even liggen. Op het schootje van Monique komt alles weer tot rust. Onderweg komen we bergvolkeren tegen die Yak poep hebben verzameld in de bergen om hun huisjes mee te verwarmen. De Yakken mogen hun eigen schijt op de rug dragen.
 
In Tingri zitten we gezellig bij de open haard en dat is nodig ook. Het vriest dat het kraakt. De toilet is buiten, dus bij het urineren word er gelijk een stoommachine in werking gezet. Heel vervelend als je dan ook nog midden in de nacht moet. Na een redelijke goede testnacht voor de aangeschafte slaapzakken gaan we ‘s morgens, als de honden nog slapen (en de enige wakkere hond door ons wordt aangereden en voorgoed mag slapen), op weg naar de grens met Kathmandu, waar we door de Jeep afgezet gaan worden. Weer een pittoresk ritje naar de grens. Langzamerhand verandert het landschap van kaal droog en bergachtig naar groen nat en bergachtig. Bij de grens aangekomen moeten nog een klein stukje lopen aangezien er aan de weg wordt gewerkt, maar onze gids heeft een nette opvoeding gehad en loopt met ons mee naar de grens. Hij zwaait nog even naar ons op de Friendships Bridge tussen Tibet en Nepal en we zijn weer gidsloos. We zijn weer in Nepal alwaar we ons gaan klaarmaken voor de trekking door het Annapurna gebergte. De hoogte mag inmiddels geen excuus meer zijn, dus we kunnen gewoon onze conditie de schuld geven mocht het moeizaam gaan.