Peru

4 apr 2011 tm 22 apr 2011


Vanaf de Galapagos gaan we met alle bootvrienden al vliegend naar het vaste land. Wij stappen halverwege uit in Guayacil en de rest gaat door naar Quito. We zwaaien ze gedag en wij gaan eventjes een nachtje ons nog vermaken in Ecuador, alvorens we vroeg op moeten om een bus te pakken naar Peru. We gaan onze langste busreis tegemoet, de prognose is 30 uur bussen.
 
Gelukkig verloopt de reis redelijk voorspoedig en al snel naderen we de grenspoorten van Peru. Het was een wonder boven wonder dat we redelijk goed geslapen hebben in de bus. Op de bovenste verdieping van de dubeldekker hebben we alle ruimte op de eerste rij. Een leuk uitzicht dat de uren dat we rijden in Peru gedomineerd word door woestijn, zee en nog meer woestijn. Niet heel erg spannend en de plaatsjes die we passeren zien er dan ook stoffig uit. We eindigen in Lima met een redelijk uitgerust gevoel en daar aangekomen moeten we eventjes een half uurtje wachten tot we een taxi vinden die ons wel tegen een normale prijs naar het hostal wil brengen.
Lima is een drukke stad en wij zitten in het hippe gedeelte van de stad, compleet met warenhuizen, parken, cafes en restaurants. We vermaken ons prima in deze stad en we kopen wat dingetjes. In Lima maken we kennis met de souvenirsdingetjes van Peru. In ieder land waar we komen heeft het land een specialisatie in wat we daar kunnen kopen en wat we in iedere souvenirswinkel gaan tegenkomen. Iedere keer is het spannend en deze keer zullen we verwend gaan worden met Lamawol en Alpacawol. Alles maken ze ervan, jassen, truien, sokken, ponchos en knuffels. Helaas voor ons is het niet een nieuwigheid, aangezien we met de Alpacawol al in Ecuador werden overladen. In Lima doen we niet veel behalve ons opmaken voor een tripje naar Nazca. Hier gaan we de wereldberoemde Nazcalijnen bewonderen.
 
Nazca
 
De rit naar Nazca is weer er eentje van woestijn zand en kale rotsen. Leuk om doorheen te rijden, maar ook leuk als je weer wat groen ziet. Aangekomen in Nazca hebben we niet veel tijd nodig om te bedenken dat we moeten doen waar we hier voor komen en dan snel weer weg. Nazca is een stoffig stadje en bestond eigenlijk nauwlijks voordat de Nazca lijnen ontdekt werden en het een touristische attractie geworden is. Er valt hier nauwelijks regen en dat is goed te merken aan de stof in de straten. We boeken snel de tour waar we altmet een klein vliegtuigje over de beroemde lijnen gaan vliegen om ze te bewoneren in het echhie. Met vier man en goed uitgebalanceerd met het gewicht mogen we in het vliegtuigje plaatsnemen. Het is een bijzondere ervaring als we boven de lijnen vliegen en we door de co-piloot op de verschillende figuren gewezen worden. We herkennen de soms moeilijk zichtbare lijnen die in de woestijngrond zijn getrokken. De kolibrie, aap en spin zien we en nadat we na 34 minuten weer geland zijn komen we tot de conlusie dat deze ervaring voor 50% van ons de moeite waard was. Aan de ene kant is het supergaaf de lijnen met eigen ogen te zien, die vaak het onderwerp zijn op Discovery Channel en nog steeds in mysterie gehuld zijn. Aan de andere kant zit je hoog in een klein vliegtuigje en zijn de lijnen moeilijk te zien en zijn ze niet allemaal duidelijk te zien,of lang genoeg, als je ze van bovenaf ziet. In ieder geval zijn we wel blij als we de kustlijn van Peru mogen verlaten op ons klaarmaken om naar de binnenlanden van Peru te gaan. Op weg naar het wereldwonder Machu Picchu.
 
Cuzco
 
In Cuzco zijn we weer in een stadje dat weer de karaktistieke uiterlijkheden heeft van een Latijns Amerikaans stadje. Een centraal Plein, een kerk en gezellige restaurantjes. In Cuzco is het startpunt voor veel touristen naar de Machu Picchu en dus is de stad volledig hiervoor ingericht. Ook wij doen ons tegoed met bezoekjes aan de souvernirswinkels en restaurantjes die er in overvloed zijn. Hier en daar proberen we te onderhandelen over prijzen voor de souvernirs, maar soms wil de pech dat er een Amerikaan met je de winkel binnenloopt. Deze tourist heeft de neiging gewoon te de te hoge prijs te betalen voor souvernirs en verpest de markt voor onderhandelaars zoals wij zijn met onze VOC mentalitiet. Vaak zijn we uitgelachen door winkeliers met onze aanbiedingen voor een prul, omdat er net een Amerikaan voor ons was die de prijs neerlegde die de winkelier vroeg. Ook in Cuzco zijn er veel Israeliers die ook veel voor ons verpesten. Doordat deze touristen in groepen reizen en elkaar wijzen op leuke plekjes in de wereld via de humus trail nemen ze straten, restaurants en wijken over in bepaalde steden. In Cuzco hebben ze een bepaalde straat overgenomen alwaar wij alle bordjes van rechts naar links schijnen te moeten lezen. Wij zijn er niet zo’n fan van.
 
We regelen in Cuzco onze trip naar Macchu Picchu. Aangezien we onszelf al redelijk snel uit onze voorgenomen trekking van 4 dagen hebben geluld regelen we treinkaartjes en de entreekaartjes voor het wereldwonder.
 
Macchu Picchu
 
In cuzco vertrekken we met een minibusje naar het treinstation. De enige manier om bij de Macchu Picchu tekomen is of te voet of per trein. De trein brengt ons al kachelend naar Agua Calientes. De rit is leuk maar overschat in de brochure. In Agua Calientes aangekomen zien we al snel dat hier geen mensen wonen, maar alleen maar restaurant en hoteleigenaren hun intrek hebben genomen. Agua Calientes is een vreselijk stadje met veels te duur eten en restaurants die zelfs bij het nuttigen van alleen een colaatje de rekening plussen met belastingen, servicefees en overige zaken zodat je
de vantevoren beloofde korting teniet gedaan ziet worden als sneeuw voor de zon. We zijn derhalve wel opgewekt als we om half 5uur ‘sochtends de wandelschoenen aantrekken om naar de Machu Picchu te gaan. We hebben besloten om de laatste 3 kilometer naar de ingang van de MP te lopen om toch nog een beetje onze voorgenomen hikeplannen tegemoet te komen en niet deze teleur te stellen. Als we in het donker vertrekken wordt ons richtingsgevoel op de proef gesteld aangezien we niemand verder op dit pad zien. Na twintig minuten lijken we toch goed te zitten, aangezien er ongeveer 100 man voor ons in de rij staan te wachten tot het hek opengaat dat ons scheid tussen ons en de 2,5 kilometer die we nog dan nog moeten afleggen.
 
Het is een helse tocht omhoog naar de ingang van de Machhu Picchu. Het is een beetje vochtig, maar de meeste vocht komt uit onze zweetklieren. We lopen 2 uur een trap omhoog, want dat is de route die ze voor ons aangelegd hebben. Af en toe worden we door het lawaai van de bussen afgeleid, die de slingerweg omhoog nemen en we vragen ons iedere keer weer af waarom wij niet die 8 dollar pp betaald hebben om in de bus plaats te mogen nemen. Boven bezweet aangekomen zien we een rij van touristen voor in de ingang staan die klaarblijkelijk de bus hebben genomen, aangezien zij de afritsbroek nog aanhebben waar wij het liefst in zomerkledij zouden rondlopen door de lichaamswarmte die we extra met ons meedragen.
 
Als we eenmaal zijn bijgekomen en we hebben ons vochtniveau bijgedronken, gaan we op pad naar de Machhu Picchu. Het is nog een kleine 5 minuten alvorens we de beroemde kijk krijgen met onze ogen op het plaatje dat we kennen van de ansichtkaarten die we in Cuszo volop zagen. Het plaatsje dat we zien voldoet boven onze verwachtingen. Doordat de wolken nog in de vallei hangen heeft de Macchu Picchu een mystiek karakter en soms wordt alles overschaduwd door de wolken en blijven we in spanning kijken wanneer de wolken helemaal weg trekken. Dan pas hebben we een glimp van het hele dorpje, want dat is het. Een dorpje dat pas relatief recent is herontdekt en nu een wereldwonder mag heten. Het is een wereldwonder en dat heeft alles met de lokatie te maken. Hoog in de bergen ligt het dorpje verscholen tussen de bergwanden en rivieren in de vallei. De lokatie is ondanks de wandeling ernaar toe geweldig. Verder zijn het gewoon wat stenen die lijken op wat huisjes geweest moeten zijn. We worden rondgeleid door een gids en krijgen meer uitleg van de Machu Picchu en welk bruisend dorp dit geweest moet zijn in de tijd van de Inca’s.
alt
De wandeling naar beneden verloopt gelukkig voorspoediger en als we een paar uurtjes moeten wachten op de trein, de ns heeft de dienstregeling deze dag overgenomen, gaan we terug naar Cuzco waar we toch nog eventjes gaan proberen wat korting te krijgen voor de Alpaca truien. We blijven nog een dagje hier en pakken vervolgens weer de bus naar onze volgende bestemming, genaamd Arequipa.
 
Arequipa
 
In Arequipa hebben we een leuk hostal waar we wat meer dagen dan gepland gaan blijven. Monique wordt wat ziekjes en wordt verzorgd door Koos die vitamientjes naar binnen stopt. We worden deze dagen verder vermaakt met processies die plaatsvinden en iedere avond lopen er honderden mensen onder onze raam langs in rare Ku Klux Klan pakjes en die een lijdende Jezusbeeld door de straten dragen. Voorafgegaan door zware muziekmarsen is het allemaal niet een erg vrolijk samenzijn. De reden van deze gezelligheid heeft alles te maken met de aanloop naar pasen.
Arequipa is verder een leuk stadje waar de duiven de wet bepalen op het centrale plein. We besluiten maar weer een dubbeldekker in stappen met daarop Touristenbus en we rijden voor een middag langs alle highlights van Arequipa. We zien een gaucho die zijn paard rondjes laat draaien wat hij dan weer dansen noemt. We bezoeken een Lama/Alpaca fabriek waar we de verschillende wollige beesten rond zien lopen. We bezoeken wat uitkijkpunten die ons naar de stad laten kijken. We bezoeken een ranch waar we een kopje koffie drinken en we gaan weer terug naar de stad om buskaartjes te kopen voor onze trip naar de stad die ons naar Bolivia gaat brengen.
 
Puno
 
Puno is het laatste plaatsje van Peru en hier zullen we onze eerste blik gaan werpen op Lake Titicaca. Dit is het hoogstgelegen navigeerbaar meer, oftewel een grote plas water op meer dan 3000 meter waar je met je bootje kan dobberen. Dat het hoog ligt voelen we aan onze lijven, de eerste dag laten bij de chinees een heerlijke soep staan om snel het bedje in te kruipen en de eerste verschijnselen van hoogteziekte eraf te slapen. Puno zelf is een saaie stad en qua bouw doet het ons denken aan Nazca. Het heeft een stoffig uiterlijk en zoals eigenlijk overal hebben alle huizen nog betonijzers erbovenuit steken in het geval de kinderen van de famillie hun eigen kamer willen. Een extra verdieping is dan snel gebouwd. Wij gaan dan ook maar weer snel regelen dat we de touristische zaken de volgende dag kunnen afwikkelen en dan hup weer door.
 
Lake Titicaca is een heel erg bekend en veelzijdig meer. De mensen gebruiken het voor meerdere dingen, riolering, visserij, eilandhoppen, duiken en wonen op drijfende eilanden. Inderdaad, drijvende eilandjes die ze van riet inelkaar hebben gezet. Wij gaan deze bezoeken en we gaan kijken hoe deze mensen leven. We gaan met een boot vol touristen naar deze floating islands en na 10 minuten zijn we er al. We krijgen uitleg over het dorp op het water, met een ziekenhuis, school, restaurant en hotel. Alles drijft op het water, maar daar merk je heel weinig van aangezien het goed is verankerd.Tijdens de uitleg van de gids, borrelt het weer bij ons met de gemengde gevoelens. De mensen leven hier met gezinnen van ca 4 personen in een rieten hutje van 12 vierkante meter, ze vangen vis en schieten eenden om te eten, ze ontvangen touristen die ze naar het schijnt eigen gemaakte souvenirs verkopen en ze roeien je rond op een historische boot voor veel te veel geld. Ons word verteld dat we een bijdrage leveren zodat de mensen zonnepanelen kunnen aanschaffen om tv te kunnen kijken. Het gaat een beetje raar met de inheemse volkeren dezer dagen. Het is een beetje knullig om bepaalde zaken in stand te willen houden voor de touristenindustrie terwijl op een paar minuten varen een stad ligt met alle voorzieningen. Maar goed, wij krijgen een kijkje in de keuken van de mensen die vroeger echt op het water moesten leven om te vluchten voor de Spaanse bezetter en andere vijandige groeperingen. We genieten nog even van de verdere rust op de floating islands en we kijken uit naar Bolivia, die we allereerst gaan bewonderen aan de andere kant van hetzelfde meer. We gaan naar Copacobana, niet te verwarren met het beroemde strand, en aldaar gaan we naar het eiland waar de zon is geboren.