Cambodja

16 sept 2010 tm 26 sept 2010

Phnom Penh
 
Cambodja, veel over gelezen en gehoord, een land met een recente historie die van de Pol Pot gerukt is. Mensen die afgeslacht werden omdat ze een beetje slimmer waren dan gemiddeld, een bril droegen of in opstand kwamen. Mensen die afgeslacht werden nog niet zo heel lang geleden en daar gaan we heen, kijken wat er van het land nu geworden is en of we kunnen proeven hoe het daar geweest moet zijn. Maar dan natuurlijk wel op een toeristische manier. We vertrekken allereerst vanuit Ho Chi Minh en we zwaaien opgelucht gedag naar Vietnam. Zoals gezegd zijn we er niet rouwig om dat we er geweest zijn, maar we zijn er ook niet rouwig om dat we naar het volgende land mogen. De bus die we hebben is voorzien van een reisleider die ons stap voor stap begeleid de grens over naar Cambodja. Het visum dat we willen betalen met Dollars, blijkt niet te gaan lukken.

De dollars zijn van een te oude serie, die accepteren ze niet, dan maar even de bus aan de kant bij het eerste pinapparaat dat we tegenkomen en we vullen de portomonnee maar weer met Vietnamese Dongs. sMiddags komen we aan en bij aankomst worden de TukTuk-chauffeurs als echte paparazzi van ons weg gehouden, zodat we eerst de tassen kunnen pakken, alvorens we worden opgezogen door de gretige taxi-chauffeurs. We hebben al enige ervaring met ergens aankomen, maar het went nooit. Je moet als je ergens aankomt eigenlijk al weten waar je vervolgens heen gaat. Even acclimatiseren is er niet bij. Want als je een grote tas op je rug hebt dan moet je toch ergens heen? En als je uit een grote bus stapt dan zoek je vast een slaapplek. Deze keer is het ook zo en we worden door een TukTukchauffeur langs allerlei hotelletjes gereden, waar we even naar binnen lopen om aan de kussens te ruiken. Als we eentje gevonden hebben die lekker ruikt is er helaas 1 probleem. Er staan twee twijfelaars in de kamer en dat vinden wij niet zo gezellig. Gelukkig zijn ze de beroerste niet en de bedden worden tegen elkander geschoven en zo hebben wij het breedste bed dat wij ooit gehad hebben: 3 meter. Als we weer terug naar de tuktuk lopen voor de tassen dan begint het volgende spel met de chauffeur. Want als je ergens een slaapplek hebt gevonden dan wil je ook wel iets doen toch? Je gaat niet zitten nietsen in de stad Phnom Penh. De chauffeur biedt ons allerlei tripjes aan, tegen in onze oren te hoge tarieven en we wimpelen hem af. We gaan eerst eens achterover zitten en bepalen hoe wij naar de bezienswaardigheden van Phom Penh gaan.

Na wat navraag en uitzoeken hebben we besloten onszelf maar weer rond te gaan rijden. We hebben gemerkt dat dit toch wel het ideaalst is als je van A via C en D , naar B moet en weer terug, maar dan niet weer via C en D natuurlijk. Het is goedkoper en leuker. Tenzij de tuktuk ook de gids is kun je beter jezelf rondrijden. We trappen de scooter aan en rijden naar het gevangenismuseum Tuol Sleng. In deze gevangenis, ook S21 genoemd, werden gevangenen gemarteld en ondervraagd door de Rode Khmer of ze misschien van de CIA waren of andere verdachte zaakjes erop nahielden. In het voorheen schoolgebouw lopen we van het ene naar het andere klaslokaal waar ze de situatie van 20 jaar geleden laten zien. Ieder klaslokaal is voorzien van een spiralenbed waar de gevangenen op werden vastgebonden en gemarteld werden. Heel luguber allemaal. Een vrouw waar de tepel wordt afgesneden en wordt overgeleverd aan schorpioenen zijn niet echt plaatjes die je in je hersens wilt hebben. Het was de realiteit in Cambodja. We lopen langs een collage van foto’s van mensen die hier hebben vast gezeten. Veel hebben het niet overleefd en zijn na de martelingen in Tuol Sleng naar de Killing Fields gebracht waar zij gedwongen hun laatste adem uitgeblazen hebben. We zien dat op de speelplaats van de school, de speelrekken werden gebruikt om de gevangenen op de kop te hangen en we zien de tonnen waar ze in gedompeld werden om ze weer bij kennis te brengen. Met een raar gevoel in onze buik lopen wij hier rond. Doordat het redelijk recent geleden is gebeurd en er weinig fantasie voor nodig is om te bedenken wat er gebeurd is, is het gemakkelijk je het ook in te beelden. In andere ruimtes kunnen we verschillende verhalen lezen van ooggetuigen die er of hebben gezeten, of er gewerkt hebben. De reden die de mensen veelal opgaven waarom ze lid waren van de Rode Khmer en in de gevangenis werkten is dat ze anders zelf gedood zouden worden. Wij lopen verder door het museum en als de regenbui is overgetrokken gaan wij naar de Killing Fields. Hier weren de gevangen en andere duizenden mensen naar toe gebracht om afgeslacht te worden. Dit deden ze met allerlei werektuigen want kogels vonden ze zonde om te gebruiken.

Aangekomen bij de Killing Fields gaan wij eerst een film bekijken. We zien hier de historie van de Killing fields, wat er gebeurt is, hoe het ontdekt is en hoe het bewaard blijft voor de volgende generaties, met als doel, “never forget”, en “dit nooit weer”. Na het beeld ingeprent te hebben, lopen we naar het monument. Het monument bestaat uit verschillende etages met daarop kledij, botten, beenderen en schedels van de slachtoffers die ze in de massagraven gevonden hebben. Er zijn er tientallen en een aantal daarvan zijn opgegraven en onderzocht. Een massagraf voor moeders met hun kinderen, de kinderen die ze overigens tegen een boom dood sloegen, een massagraf met 100 onthoofde lichamen, en andere massagraven. Als wij over het terrein lopen, lijken de graven wel poeltjes waar je verschillende soorten vis in kweekt, maar de waarheid is beetje anders. De Killing Fields laat ons een wreedheid zien van mensen waar je van denkt, hoe kunnen ze dit doen als je ook maar enigszins een geweten hebt. Maar goed, heel naive zijn we niet, de geschiedenis heeft ons wel vaker de grenzen van de gruwelijkheden van de mensheid laten zien. Die zijn er namelijk niet, maar in Cambodja lijken we wel met het ergste soort kennis te maken.
 
Na deze verkwikkende middag rijden we terug naar Phonm Penh en we zien dat het redelijk druk is geworden. Sommige straten zijn afgezet en er lijkt van alles te gebeuren in de stad. Later op BBC World News begrijpen we dat 4 hoge piefen van de Khmer Regime in Phonm Penh zich moeten verantwoorden voor hun daden. De gezichten die we zien, zijn de gezichten die we ook in de Killing Fields hebben gezien, hun cv daar uitgestald met hun rol tijdens de in hun ogen, herzieningen. Het waren geen lieverdjes. Helaas zijn de verantwoordelijke oud of gestorven van de ouderdom zodat ze niet lang kunnen genieten van hun gevangenschap.  
 
Kampong Cham
 
Na Phnom Penh gaan we naar onze volgende bestemming en zoals vaker nemen we de bus. In Kampong Cham zullen we de rivier de Mekong weer terug zien, die we gedag hebben gezegd in Laos, alweer anderhalve maand geleden. De tijd vliegt voorbij! Even denken we terug aan de boot volgestouwd met toeristen waar we twee dagen opgezeten hebben. Varend over de bruine watermassa naar Luang Prabang vanuit Thailand. De Mekong lijkt hier iets minder bruin te zijn, maar wel 3 keer zo breed. De breedte hier is moeilijk in te schatten, maar zo breed zien wij alleen rivieren als de Limburgers weer natte voeten hebben. In Kampong Cham hebben wij het aanbod van de tuktuk-chauffeur deze keer niet afgeslagen en huren hem een dag in voor 10 dollar om ons langs de bezienswaardigheden in de regio te rijden. Het voordeel deze keer is dat hij ook als gids zal spelen en ons redelijk in het Engels ons iets kan uitleggen.
 
We gaan eerst naar een rubberplantage. Omdat we ook af en toe educatieve dingen willen ondernemen gaan wij eens zien hoe rubber gemaakt wordt. Onderweg stoppen we eerst bij een eetkraam, niet direct om te eten, maar meer om eens te kijken wat ze hier als lekkernijen hebben. We zien gefrituurde slang, kikkers en insecten. Een heerlijk voorbeeld van de echte Cambodjaanse keuken. De rubberplantage is niet veel verder weg en al snel zien we bomen die keurig in rijtjes gepland zijn. Omdat we weten dat de natuur wel perfecte oplossingen kan bedenken, maar niet bomen in keurige rijtjes planten weten dat we bij de plantage aangekomen zijn. We zien de bomen waar een bakje aan gemaakt is en wat schors wat los getrokken en heel langzaam drupt er vloeibaar rubber uit. Op deze manier worden de bomen gemolken en wordt het vloeibare rubber verzameld. Verder in de fabriek zien we hoe het gedroogd, vermengd wordt met chemicalieen, verhit en de oven verlaat in grote gele brokken waar ze weer blokjes van persen. Dit eindproduct van de fabriek word ergens anders naar verscheept om weer te dienen als grondstof voor de uiteindelijke bewerkte rubber zoals wij deze overal zien toegepast in het dagelijkse leven.
alt
De tweede sightseeing plek zijn twee bergen die ze man hill en woman hill gedoopd hebben. Het verhaal gaat dat er een wedstrijdje was tussen een man en een vrouw en dat ze de hoogste berg moesten bouwen. Ze hadden tijd om de bouwen tot aan zonsopkomst. De vrouwen waren slim geweest om een vuur te maken aan de horizon, zodat de mannen dachten dat de zon op kwam en ophielden met de berg te maken. Vandaar dat onze kuiten meer moeite hadden met het bekimmen van de vrouwenberg dan de mannenberg. De bergen zijn allebei omgeven door boedhistische tempels. Bij ieder beeld dat er staat, is een bordje geplaatst met de sponsor ervan en het bedrag. Het verstoord enigszins het beeld van alle beelden die er staan.
 
Na de bergen gaan we langs bij een ecovillage. Hier wonen een hondertal mensen die door een Franse organisatie AMICA, gesteund worden om andere vormen van levensonderhoud te vinden. Er is een schooltje en wij bezoeken een famillie die onder het huis een weefmachine heeft staan. Hier maken ze typische Cambodjaanse kleden, die ietwat lijken op een tafelkleedje in een pizzaria. Wij nemen een blauw geruite mee, en we zien even hoe een famillie leeft. Het huis staat op poten van 2 meter, onder het huis leeft een koe, die ze gebruiken als lastdier tijdens de rijstoogst. Onder het huis wordt gewoven en beschutting gezocht tegen de zon. Als de zon wat minder vel is dan kunnen ze in het huis klimmen, en die bestaat uit twee ruimten de keuken en de leefruimte. Heel sober allemaal, maar voor de mensen daar lijkt het genoeg te zijn. Wij bedanken de TukTuk-chauffeur en we vervolgen onze weg naar het volgende dorpje in Cambodja.
 
Kratie
 
In Kratie komen we voor twee dingen. Dolfijnen, “wat zegt u?, Dolfijnen?”, “Jazeker, echte zoetwater IrrawaddiDolfijnen”. Er zijn er nog tientallen van en die zwemmen in de Mekong. Heel erg zeldzaam. Zo zeldzaam dat de lokale bevolking zijn best doet om de dolfijnen te beschermen, waar ze eerder lak eraan hadden, zodat ze niet hun bron aan inkomsten niet verliezen, namelijk het toerisme dat op de dolfijnen afkomt. En we komen om te relaxen. Een relaxdag bestaat voor ons uit uitslapen, een boek lezen en wat door het dorp lopen. Inmiddels lezen we gemiddeld 1 boek per week en dat is toch al 0,95 boek meer gemiddeld per week dan dat we thuis deden. Als de boeken uit zijn, dan ruilen we deze in het guesthouse tegen andere. Het eerste Engelse boek is zodoende gelezen. Maar er zijn ook opvallend veel Nederlandstalige boeken te vinden.
 
In Kratie slapen we in een guesthouse die het voorlopige record neerzet van goedkoop overnachten. We slapen hier voor 4usd en het bed is in prima staat. We hebben bij deze prijs wel een gedeelde douche, maar dat is een klein offer. Om naar de dolfijnen te gaan besluiten we maar eens te gaan fietsen. Een enkel ritje van 14 kilometer waarbij we langs de mekong fietsen op zoek naar de bootjes die ons naar de dolfijnen gaan brengen. Onderweg worden we door bijna alle kinderen gedag gezwaaid en geroepen en het lijkt alsof we een etappe aan fietsen zijn van de plaatselijke ronde en zij zijn er om ons aan te moedigen. Een hele gezellige rit en we leren goed om met een hand te fietsen. Halverwege stoppen we bij een tempel, die zoals zo vaak, weer zonodig op een berg gebouwd moet zijn. Dus we klimmen maar weer een stukje, de kuiten raken gelukkig steeds meer vertrouwd aan een hoek van 45 graden ten opzichte van Moeder Aarde. Bovenaan gekomen worden de klokken geluid en het middaggebed staat op het punt te beginnen. Als we de monnikken (dubbel N, dubbel K) met rust laten kunnen wij even rustig rondlopen. We zien heel veel lugubere tekeningen die mensen aan spiesen laat zien, mensen die door haaien verzwolgen worden, of vrouwen die door wilde honden in een boom met stekels worden gejaagd. Als de shirts redelijk gedroogd zijn van het luie zweet, vervolgen wij onze weg en als snel zien we dolfijnen. Uit hout gesneden welteverstaan, en dat is het teken dat we niet ver meer hoeven. Even verderop betalen we onze boot en we gaan de Mekong op, dolfijnen spotten. Na een groot half uurtje varen zijn we aan de overkant van de Mekong geraakt, hier lijkt de Mekong oneindig breed te zijn.
 
Na enige tijd zoeken verraad een ander bootje met toeristen dat we er zijn. En al snel zien we de dolfijnen naar lucht happen. De motor gaat uit, conform de richtlijnen om de beesten niet teveel lastig te vallen, en we drijven tussen de Dolfijnen. Ze zijn niet heel erg rap en heel dichtbij, maar we zien ze goed genoeg om het bijzondere uiterlijk van de dolfijnen te aanschouwen. Niet zo als wij de dolfijnen kennen van Flipper, maar met een bult op hun hoofd en een ander snoetje. Een half uur blijven we liggen en steeds weer komt hier en daar een groepje dolfijnen boven om lucht te happen. Omdat het stil is, horen we ze naar adem happen en dat verraad ook waar ze naar boven zijn gekomen. We blijven het geluid volgen met onze blikken, totdat het weer omslaat. In de verte begint het te onweren en te regenen, dus we gaan van het water af.
alt
Gelukkig trekt de regen niet over ons hoofd, maar de terugtocht houdt in dat we nu al zwaaiend door de plassen terug gaan naar Kratie. Onderweg kopen we de plaatselijk lekkernij, rijst in een bamboestengel gestopt met bonen en rauwe vis met kruiden gewikkeld in een bananenblad. Volgens de verhalen neemt een Cambodjaan dit altijd mee voor thuis als hij in Kratie is geweest. Reden genoeg voor ons om even te proeven. In het hostel vind de rijst al snel de prullenbak, maar van de vis word heerlijk gesnoept en gedeeld met het personeel van het guesthouse.
 
In Kratie doen we verder niet veel, behalve genieten van de mooiste zonsondergang die we tot nu toe hebben gezien. De Lucht boven de mekong kleurt heerlijk roze en wij voelen ons op een roze wolk. Wij gaan uitgerust op weg naar onze laatste bestemming van Cambodja.
 
Siem Reap
 
Waar we eerder een record braken, hebben wij dat met deze trip ook gedaan. Het aantal bussen op 1 dag. Allereerst gaan we met de bus van Kratie naar een onbekend plaatsje, daar stappen we over op een andere bus, die ons weer terug brengt naar Kampong Cham. Daar zwaaien we even naar de TukTuk-chauffeur, die ons gids hier was en we moeten overstappen op een andere bus, want onze bus komt na 100 meter geen meter meer verder. Panne. Na een klein uurtje worden we er bij een wegrestaurant uitgezet en is het wachten op een andere bus. Helaas is het voor ons niet geheel duidelijk wanneer en hoe er een andere bus komt, maar we hebben ook geleerd, dat we gewoon de locals moeten volgen. We informeren bij een aantal wie er ook naar Siem Reap moeten en we maken goed duidelijk dat wij daar ook heen moeten. Nu kunnen we achterover zitten en de mensen in de gaten houden. Er stoppen en gaan een aantal bussen, maar niemand beweegt. Tot na anderhalf uur we een bus zien aankomen waar een aantal locals op afstappen. De bus zat al aardig vol en we wachten geduldig tot alle mensen klaar zijn met hun lunch en weer aan boord stappen. We zien 1 van onze locals een beweging maken naar de deur en we volgen. We mogen mee met de bus en zetelen ons achterin de bus, waar we een klein Thais vrouwtje een beuk geven die anderhalf stoel denkt in te mogen pikken. Het beloofd geen leuke rit te worden. Zeker als ze weer de dvd starten met cambodjaans cabaret, die bestaat uit dat een 1 schreeuwlelijk de andere schreeuwlelijk schel en hard iets toeschreeuwt en de andere schreeuwlelijk hierop antwoord geeft door hard en schel iets terug te schreeuwen. Dit alles wordt nog eens versterkt door de speakers in de bus die alleen hoge tonen weet door te geven naar ons oorkanaal. Wij zijn blij en opgelucht als na een voorstelling van 2,5 uur een karaoke dvd word opgezet en onze trommelvliezen gestreeld worden door de zwoele klanken uit de cambodjaanse muziekindustrie. 14 uur later bereiken we Siem Reap.
 
We hebben een heerlijk hotel in Siem Reap uitgekozen. Onze zwemkleren had wel een klein beetje genoeg aan het zoute zeewater en wilde wel eens rondkijken in ander soort water. Wij hebben een zwembad. Niet zo groot als het plaatje op tripadvisor doet geloven, maar wij zijn er blij mee. De volgende dag laten we het wereldwonder Angkor Wat dan ook even wachten en genieten we van de heerlijke geur van chloor in onze neus. ‘s Middags verkennen we de Old City van Siem Reap en als de schemer is gevallen gaan we naar de nightmarket. Geld uitgeven aan t-shirts, eten en op de teennagels van Monique worden figuurtjes geschilderd op een blauwe onderlaag. We sparen verder energie en zoeken vroeg het mandje, want de volgende nacht om 5 uur zal er een tuktuk chauffeur ons ophalen om ons door het Angkor Wat gebied te rijden.
 
Angkor Wat, het wereldwonder, gebouwd in heel erg vroeger, een immens groot tempelcomplex met diverse verschillende Hindu, Buddischtische tempels op een terrein zo groot als een gemiddelde stad. We kennen Angkor Wat alleen van de tv en van foto’s, maar om zoiets in het echt te zien blijft toch speciaal. We worden door de chauffeur door het kaartverkooploket geleid en we tuktuk-en verder naar Angkor Wat om de zonsopkomst te bewonderen. We zijn niet de enige idioten die zo vroeg zijn opgestaan, want als we de toegangsweg naar de tempel oplopen zijn we omringt met enkele honderden, zo niet duizenden mensen en we vergeten even dat we in het laagseizoen zitten. Bij binnenkomst zien we herkenbare punten van Angkor Wat en als er steeds meer lichtstraaltjes over de horizon klimmen zien we de ware gedaante. Een grote wolk gunt ons helaas niet geheel een zonsopkomst zoals in de boekjes staat, maar dat mag de pret niet drukken. Angkor Wat is omringd door 1 steiger, maar verbergt niet de grootte en de grote van de indruk die het op ons maakt. Zodra we in de tempel binnenstappen verliest het zijn kenbaar karakter met de punten en zien we een geheel andere tempel. We zien een schoonheid die ooit nog mooier moet zijn geweest, de gehele tempel is bedekt met figuren, slangen, boedha’s, leeuwen met een dikke reet en andere beeltenissen. Plaatjes uit het dagelijks leven gebeiteld op de tempelmuren.
 
altOnze Tuki vinden we al snel weer terug tussen de honderden andere tuktuks die staan te wachten en we rijden naar de volgende tempel. De Bayon tempel in Ankor Thom. Deze is weer zeer kenmerkend door de vier gezichten dat in de veelvuldige torentjes is gevormd. Dit figuurtje heeft naast ogen oren en een neus achterop zijn kop ook nog een stel van alles aan de beide zijkanten. Deze tempel is weer zeer grappig en stiekem leuker dan Angkor Wat. We lopen hier door over smalle paadjes door de torentjes en we genieten van het uitzicht als we bovenaan gekomen zijn. Vanuit deze tempel lopen we door naar de volgende tempel. De tempels worden steeds ouder en steeds minder bekend. We zijn nu bij de Baphuon tempel aangekomen. Deze is niet heel erg bijzonder in onze ogen en we kunnen ook verder niet de tempel op, want ze zijn hier bezig met restauratiewerkzaamheden. Dan lopen we maar weer naar de volgende tempel, Phimeanakas. Daar hebben ze voor ons gemak maar een houten trap over de stenen steile trap gezet. Daarna door naar een volgende sightseeing, Terras of the Elephants, waar we aardig wat vormen van olifanten tegenkomen. We lopen hier langs een schitterende muur waar ze schitterende beelden ingemaakt hebben. We zien beeltenissen en verhalen op de muur die laat zien dat de koning op een olifant ten strijde ging en we zien allemaal andere stenen slurfjes. We worden ten slotte aardig slim door de menigte geleid die ons van alle kanten water, cola, boeken en ansichtkaarten probeert aan te smeren. Helaas voor deze mensen hebben ze niet de verkoopgerechtigde leeftijd en lopen wij er stoïcijns langs, concluderend dat Angkor Wat de titel van wereldwonder wel waard is. Maar we zijn er nog niet. We lopen langs Ta Keo, waar we een heus survivaltochtje doen, we klauteren hier omhoog op tredes die 10cm breed zijn en 45cm hoog. Als slagroom op de taart gaan we naar de laatste tempel toe, Ta Promh. Het kenmerkende van deze tempel is dat het niet zozeer om de tempel gaat, maar meer om de bomen die er mee vergroeit zijn. Het zaadje is boven op een muur ontkiemd en de wortels hebben langs de muur naar beneden de grond gezocht voor water. Het is een grappig gezicht en de bomen stelen de show van wat ooit een tempel moet zijn geweest. We lopen met een vermoeid maar voldaan gevoel terug naar Tuki en tegen lunchtijd zijn we weer in Seam Reap.
 
Omdat we het schoolreisje nog niet beu waren gaan we smiddags maar even kijken hoe zijde gemaakt wordt. Eerder al het rubber en nu het proces van de zijde. Als we straks een spreekbeurt moeten maken, dan hebben we tenminste iets om uit te kiezen. We worden door de werkplaats geleid. We lopen langs het veld waar het eten voor de rupsen wordt gekweekt. We zien de rupsen eten van de bladeren, we zien de rupsen een zijde coconnetje maken. We zien de zijde die gekookt wordt met levende rups erin. We zien hoe ze het gekookte zijde aan een wiel spinnen en er een draad van maken. We zien dat het draad een kleurtje krijgt en we zien hoe het klaargestoomd wordt om op het weefrek gezet te worden. We zien ook hoe patroontjes in de sjaals en jassen gewoven worden en we leren dat het best wel lang duurt voordat het af is. De opmerking dat het machinaal toch veel sneller gaat maken we maar niet. De tien vrouwen die aan de rekken zitten laten toch wel een zeer interessante en kundige productietechniek zien. Tot slot lopen we door de winkel en zien dat alles wat er ligt voor ons niet te betalen is. De middag hier eindigt met een overheerlijk, voor zelfs Nederlandse begrippen, veel te duur sorbetijs met chocola. Het leven is mooi en dit wordt ten slotte gevierd met een duik in ons zwembad. Nou ja, van ons voor eventjes dan. De dag erna zijn we op weg naar Thailand, waar we herenigd worden met Bangkok en we onze eerste cirkel van Azië rond hebben. Van Bangkok, naar Laos, Vietnam, Cambodja, terug in Bangkok. Hier moeten we een visum regelen voor India, waar onze tweede Aziatische cirkel van start gaat. Van Delhi, naar Nepal, Tibet, Nepal en weer terug naar Delhi.