Ecuador
12 mrt 2011 tm 04 apr 2011
Quito
Aangekomen vanuit onze diverse vluchten die we gehad hebben strijken we in Quito neer. Quito ligt weer iets hoger dan zeeniveau en we merken dit direct bij aankomst. Even weer het gevoel dat we teveel gerookt hebben en een zuurstoffles nodig hebben. We hebben een plekje geboekt in een Zwitsers hostal en hier worden we heerlijk welkom geheten met de geur van kaasfondue. Quito is een leuke overzichtelijke stad. Er scheuren drie buslijnen door de stad die ons brengt waar heen we willen. Allereerst naar het oude gedeelte waar we door de koloniale straten van Quito lopen. Deze straten zijn mooi en goed onderhouden en Op La Calle de Ronde wanen we ons even terug in de tijd.
Quito ligt een paar kilometer van de evenaar vandaan en hier besteden we dan natuurlijk ook een dagtripje aan. We gaan naar het midden van de wereld. Nog nooit zijn wij beiden op het zuidelijk halfrond geweest dus het wordt een memorabele dag waarbij we 1 voet in het noorden en 1 voet op het zuiden kunnen zetten.
Zoals verwacht is de “mitad del munde” niets anders dan een lijn op de grond, overigens paar honderd meter van de echte evenaar, maar het is leuk en bijzonder bij een bord te staan dat zegt dat we op de nullijn zijn aangekomen. Onderweg naar de evenaar, als wij plaatsnemen in de blauwe buslijn, worden we op een bijzondere manier geentertaind. Vaak komen er mensen in de bus die bedelen of iets verkopen om een paar centjes te verdienen, maar deze keer hebben wij de orginaliteitsprijs uitgerijkt aan een jonge rapper, die een leuk rapje had op muziek over de passagiers in de bus. Natuurlijk vallen wij als blonde mensen op en ook aan ons werd een zinnetje besteed. Origineel, goed en beloond met omgerekend 50 eurocent.
Wij besluiten ook om de hektiek van Quito een klein dagje achter ons te laten door naar een klein dorpje verderop te gaan. In Otavalo is een welbekende markt waar de zogeheten indigenious people hun kleurige klederdracht aan ons proberen te slijten. Normaal gesproken is deze markt alleen op zaterdag druk met touristen, wat de markt voor ons op een andere dag van de week weer interessant maakt. In Otavalo is verder niet veel te beleven behalve te constateren dat de straten en recht en gelikt uit zien en na het kopen van eigenlijk niets op de lokale markt gaan we weer terug naar de geuren van het kaasfondue in Quito.
Naast de oude wijk in quito is er ook een nieuwe wijk alwaar de hip en hipper van Quito zich laat zien op straat en in de cafeetjes. Omdat wij de afgelopen weken veel steden hebben gezien voelt het voor ons dat we wat meer de steden moeten vermijden. Wij gaan de jungle in. Naar Cayubeno alwaar wij hopen dat de natuur ons trakteert op hetgeen wat deze te bieden heeft.
Cayubeno
In Quito boeken we een tour naar de jungle voor een paar dagen en alles is verzorgt. We gaan in Quito met de bus naar Lago Agrio en daar worden we weer opgehaald om naar de jungle resort te gaan. Ons rest niets anders dan van de ene bus op de andere te stappen en verdere instructies af te wachten. In Lago Agrio komen we tot de conclusie dat wij de enige mensen zijn die zich voor de tour hebben opgegeven want we mogen prinsheerlijk alleen plaatsnemen in de bus die ons naar de rand van de jungle gaat brengen. We eten een lunch en worden met zijn tweeën in een boot gezet alwaar we onze gids voor de komende dagen ontmoeten. Vooralsnog nog steeds met zijn tweeën wordt er koers gezet naar de jungle logde waar we echt de bevestiging krijgen dat we niet gestoord gaan worden door andere toeristen. Wij bezetten het leuke Jamu Lodge met onze privégids, twee koks, een schoonmaker, de bootsman en de vriendin van de gids. Dit worden een paar heerlijke en rustige paar dagen waar we onontbeerlijke omstandigheden tegemoet gaan, zonder warm water en elektriciteit.
We doen allerlei leuke dingen in de jungle om echt dat jungle gevoel krijgen. We gaan er met de boot iedere dag op uit. We spotten de ene vogel naar de andere, we zien de ene aap na de andere en we spotten spinnen, grote insecten en slangen. Het is open huis in de jungle. Bijna iedereen laat zich zien. We gaan ‘s ochtends heel vroeg op pad om vogels te spotten, we gaan s’ nachts op pad om insecten en spinnen te vinden en we genieten van een mooie zonsondergang in het nabijgelegen meer. Ook genieten we van hetgeen we in het water vinden. We gaan tegen schemer met een zaklantaarn op zoek naar oogjes van kaaimannen, we spotten dolfijnen en we vissen enkele piranha's. Monique blijkt hier een talent voor te hebben, want bij het eerste contact van de karbonade met het water springt er een happige piranha aan de hengel en kan de eerste vreugdekreet geslagen worden.
Het is heerlijk om in de jungle te zijn. De rust bevalt ons beide goed. We liggen in een hangmat en lezen een boek en we jagen kikkers en spinnen uit ons hutje. Het is heerlijk rustgevend.
Latacunga
Nadat we volledig opgeladen weer terug in Quito komen worden we overvallen door de vraag of we naar de Galapagos moeten gaan of niet. Het is een dilemma waar we aan de ene kant denken het is duur, aan de andere kant denken het is one’s in a lifetime. We hebben meer bedenktijd nodig en die gaan we hebben in Latacunga, een klein plaatsje onder Quito vanwaar een beroemde lokale markt gaan bezoeken. In Latagunca is zelf niet zoveel te beleven, behalve dat we een heerlijke Paradilla op hebben. Een barbecue gerecht met diverse soorten vlees. Heerlijk!
De markt ligt een klein half uurtje verder en met de bus en we gaan deze markt bezoeken. De markt beslaat het hele dorp Saquisili en is onderverdeeld in diverse zaken. Een toeristenmarkt, een vleesmarkt een huisdierenmarkt, een eetmarkt en nog marktjes met allerlei prullaria. Op de toeristenmarkt slaan we wat dingetjes in en de huisdierenmarkt met konijntjes en cavia’s blijkt toch echt een vleesmarkt te zijn. Cavia’s worden hier met bosjes gefokt en gegeten. Het knuffelgehalte wat wij er met onze westerse ogen in zien, zien de locals niet, die zien een lekker stukje vlees voor bij de rijst.
Als wij na het bezoek van de markt terugkeren in Latacunga worden we overvallen door een lokaal feestje. Het is het feest van Mama Negra, die een eeuwtje terug het uitbarsten van de nabijgelegen vulkaan heeft doen verhinderen. We worden door het lokale feestgedruis stevig onder handen genomen, want we zijn vele malen het slachtoffer van een raar onbegrijpelijk ritueel. We worden door drie witte mannetjes omringd en na wat spreuken worden we overgoten met een paar spetters sterke drank. Al met al een vrolijke bedoeling en komen we weer plakkerig en naar alcohol stinkend aan in het hostel.
Banos
Banos is het Spaanse woord voor Plee, maar zoals in iedere taal zijn er wel meerdere betekenissen voor een woord. In dit geval betekent hoogstwaarschijnlijk bad, want daar is het het hier vol mee. Banos staat bekend om zijn thermale baden en daar komen de meeste mensen dan ook op af. Banos is een leuk stadje. Het is er gezellig en heeft alle elementen die we al meer hebben gezien in een leuk latijnsamerikaans stadje. Een centraal plein, een parkje, een kerkje en gezellige restaurantjes. In Banos gaan we voor het eerst in een tourbus een rondje maken om als tourist de omgeving te verkennen. We worden in een open dubbeldekker rondgereden naar alle highlights. Als echte Japanners gaan we voor en bovenin de bus zitten en we houden onze camera’s standby.
We beginnen met een stadstour en daarna volgen al snel de hoofdattracties van de tour. We rijden van de ene waterval naar de andere, heel leuk om te zien en indrukwekkend heel dichtbij zo’n watermassa te zijn. Het lawaai wat er vanaf komt, onvoorstelbaar. De natuur aan het werk en wij er getuige van. We zien 4 watervallen en bij de laatste kunnen we helemaal omhoog naar het begin dat hij over het randje komt en daar kunnen we erachter staan.
Een kracht en lawaai van jewelste maar superleuk. Half nat gespetterd, deze keer door vers rivierwater, komen we terug in Banos, alwaar we de hoed van Japanse tourist met glans hebben gedragen.
In Banos maken ze heerlijke snoepstengels wat een beetje lijkt op een zure stok van de kermis. Een lokale traditie waar menigeen zijn tanden op kapot bijt, behalve als je natuurlijk eerst sabbelt. Tijdens het nuttigen van deze lokale lekkernij begint het toch weer te knagen. Eigenlijk hadden we gezegd dat we de Galapagos wel een andere keer aan zouden doen, maar toch denken we waarom niet. Het grootste struikelblok is het geld want het is gewoon duur, maar ach...met een beetje creatief rekenen kom je er wel uit. Dus dan toch maar besluiten om te gaan. En in Banos op zoek naar een leuke aanbieding is nog niet zo makkelijk. Er zijn genoeg touristenkantoortjes maar eigenlijk niemand die iets met de Galapagos te maken wil hebben. We hebben er 1 gevonden die ons geen leuke aanbieding kon geven, maar gelukkig is het internet uitgevonden. Met een beetje speur en mailwerk hebben we de Xavier yacht gevonden die ons gaat vervoeren langs de diverse Galapagos eilanden. Iets waar we nog een weekje de tijd voor hebben om naar toe te leven.
Cuenca
Cuenca is een mooie stad. Het koloniale blijft toch een leuk aanzicht en Cuenca is er vol mee. De straten zijn breed opgezet en alle huisjes zien er leuk uit. Bij het naar binnenkijken zien we weer veel patio’s die jaloersmakend ons soms aan zitten te kijken. De kerken
en kathedralen zien er mooi uit en ‘s avonds verlichten ze de gebouwen op een wijze die de gebouwen eer aan doet. In Cuenca bezoeken we een fabriek die we na even zoeken hebben gevonden. De beroemde Panamahat wordt in Cuenca gemaakt en vervolgens naar Panama verscheept. Wij laten ons voorlichten over het productieproces van de hoed en we kopen er zelf ook eentje. We maken verder aardig wat kilometers in de stad om tot de ontdekking te komen dat Cuenca een leuke stad is en dat ze er lekker ijs hebben. We regelen hier ook de betalingen bij de lokale bank voor onze trip naar de Galapagos en we gaan naar Guayacil, alwaar onze one’s of a lifetime trip naar de Galapagos van start gaat.
Guayacil
In de bus ontmoeten we Victor, die al geruime tijd in Ecuador woont en ons bijpraat over het land door de ogen van een inmiddels halve local. De halve Nederlander en Zweed die overwinterd in Ecuador en Overzomert in Zweden neemt ons verder mee op de zoektocht naar een leuk hotel in Guayacil en naar een buskaartje voor als we weer terugkomen van de Galapagos. In Guayacil is niet veel te beleven verder en als we onder het genot van een drankje ‘s avonds afscheid nemen van onze Nederlandstalige reisleider kruipen wij ons bedje in om alvast te dromen over hetgeen we vanaf morgen gaan beleven: De Galapagos!!!!